Vakantiedagen meenemen naar volgend jaar? Zo zit het

Als werknemer mag je jaarlijks minimaal vier keer je wekelijkse arbeidsduur vrij nemen. Als je fulltime werkt, komt dat neer op 20 vakantiedagen. Wanneer je de vakantiedagen niét opmaakt, wil je ze natuurlijk meenemen naar volgend jaar. Daar zijn allerlei wetten en regels aan verbonden. In dit artikel lees je alles wat je moét weten over vakantiedagen meenemen naar volgend jaar.

Wettelijke vakantiedagen en bovenwettelijke vakantiedagen

Eerst is het belangrijk om onderscheid te maken tussen wettelijke vakantiedagen en bovenwettelijke vakantiedagen. Voor beide soorten vakantiedagen gelden namelijk eigen regels. Kortgezegd komt het erop neer dat wettelijke vakantiedagen een half jaar geldig blijven en bovenwettelijke vakantiedagen vijf jaar.

Wettelijke vakantiedagen meenemen

Zoals eerder vermeld heb je als werknemer in loondienst recht op vier keer je wekelijkse arbeidsduur aan vakantie. Dit zijn je wettelijke vakantiedagen; het staat simpelweg in de wet. In de meeste gevallen zijn deze vakantiedagen een half jaar geldig, tenzij anders is afgesproken. In het burgerlijk wetboek is opgenomen dat de vakantiedagen per 1 juli van het daaropvolgende jaar vervallen. Als werknemer is het dus zaak om je wettelijke vakantiedagen tijdig op te nemen. Het zou zonde zijn om vakantiedagen te laten verlopen.

Voldoende rust

De reden voor deze ‘druk’ is dat werkgevers, vakbonden en werkgeversorganisaties willen dat personeel voldoende rust neemt. Dit komt de gezondheid en motivatie van de werknemer ten goede. Sterker nog: werkgevers zijn vanuit Europese Wetgeving verplicht om werknemers tijdig te informeren over het verval van de wettelijke vakantiedagen. De praktijk leert vaak anders. Vooral tijdens de coronacrisis vergaten veel mensen hun wettelijke vakantiedagen op te nemen, omdat ze niet met vakantie konden.

Uitzonderingen wettelijke vakantiedagen

Uitzonderingen op deze regel zijn alleen mogelijk als het anders in de cao staat, het schriftelijk is afgesproken of als je niet in staat bent de wettelijke vakantiedagen op te nemen. Bijvoorbeeld door ziekte of druk om te blijven werken. In die gevallen verjaren de wettelijke vakantiedagen pas na vijf jaar. Het is niet mogelijk om wettelijke vakantiedagen die je niét opneemt uit te laten betalen. Dat mag alleen aan het einde van je contract; als je bij je huidige werkgever stopt. Sterker nog: je werkgever is dan verplicht de resterende vakantiedagen uit te betalen.

Bovenwettelijke vakantiedagen meenemen

In de meeste gevallen heb je naast wettelijke vakantiedagen recht op bovenwettelijke vakantiedagen. Deze extra vrije dagen staan in je cao of contract. Het is eenvoudig om deze bovenwettelijke vakantiedagen uit te rekenen, omdat vaststaat hoeveel wettelijke vakantiedagen je hebt. Wanneer je 40 uur per week werkt heb je dus in ieder geval recht op 20 vakantiedagen. Maar staat er in je cao dat je 28 vakantiedagen hebt? Dan heb je dus acht dagen bovenwettelijk verlof.

5 jaar geldig

Het fijne van bovenwettelijke vakantiedagen is dat je ze vijf jaar mag opsparen. Hierdoor kun je als werkgever vakantiedagen opsparen om een lange reis te maken, aan je huis te werken of extra tijd met je gezin door te brengen. Liever geld in plaats van vakantie? Dan kun je de bovenwettelijke vakantiedagen laten uitbetalen door je werkgever. Houd je vakantiedagen dus goed in de gaten en voorkom dat een deel ervan na vijf jaar vervalt.

Uitzonderingen bovenwettelijke vakantiedagen

Voor bovenwettelijke vakantiedagen gelden weinig uitzonderingen. Ze zijn alleen langer geldig wanneer je dat vast laat leggen in je eigen arbeidscontract of cao. Je kunt bijvoorbeeld tijdens de onderhandelingen voor een nieuwe baan eisen dat je ze langer wil opsparen, zodat je eens per zeven jaar een lange reis kunt maken. Als de werkgever daar mee akkoord gaat, wordt dit individueel voor jou aangepast.

Vakantiedagen meenemen naar nieuwe werkgever

Het kan voorkomen dat je van plan bent over te stappen naar een nieuwe werkgever, maar nog wel vakantie dagen hebt. In overleg met je werknemer bepaal je wat je met de resterende vrije dagen doet. De werkgever mag niet eisen dat de vrije dagen worden opgenomen in plaats van uitbetaald of andersom. Als werknemer zomaar alle vakantiedagen ineens opnemen mag óók niet. Werkgevers mogen dat weigeren als ze een goede reden hebben. Vaak komen werkgever en werknemer er op basis van goed overleg wel uit. De enige echter verplichting is dat werkgever overgebleven vakantiedagen moeten uitbetalen. Zowel wettelijke vakantiedagen als bovenwettelijke vakantiedagen.

Letterlijk vakantiedagen meenemen naar je nieuwe werknemer kan ook, maar gebeurt zelden. Je moet dan je resterende vakantiedagen uit laten betalen bij je huidige werkgever en een verklaring laten maken waaruit blijkt over hoeveel resterende vakantiedagen je nog beschikt. De nieuwe werkgever is niet verplicht om die dagen loon uit te keren. Simpelweg omdat de werknemer die dagen al uitbetaald heeft gekregen van zijn oude werkgever. Met andere woorden: het is een stuk eenvoudiger om je resterende vakantiedagen op te nemen of uit te laten betalen en opnieuw te beginnen bij je nieuwe werkgever.

Vakantiedagen meenemen naar 2024

Nu je weet wat wettelijke en bovenwettelijke vakantie dagen zijn, weet je precies hoeveel vakantiedagen je mee mag nemen naar 2024. Niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen vervallen op 1 juli 2024; dus zorg dat je die in ieder geval op tijd opneemt. Deze kun je immers ook niet uit laten betalen. Bovenwettelijke vakantiedagen kun je rustig meenemen naar volgend jaar, tenzij je al op de grens van vijf jaar opsparen zit.

Aangezien cao’s verschillende aantallen bovenwettelijke vakantiedagen aanbieden is het niet mogelijk om te zeggen dat je een x-aantal vakantiedagen mee kan nemen naar 2023. Dat hangt echt af van hoeveel bovenwettelijke vakantiedagen je jaarlijks krijgt. Dit kun je terugvinden in je cao, contract of bedrijfsregelement.

Wat voor verlof kun je naast vakantiedagen meenemen?

Naast de vakantiedagen heb je als werknemer recht op véél meer vrije dagen. Dit wordt verlof genoemd. Ook daar zijn allerlei wetten en regels aan verbonden. Net als met vakantiedagen is er met verlof onderscheid tussen wettelijk verlof, bovenwettelijk verlof en bijzonder verlof. Wettelijke verlofvormen zijn onder andere: zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof, zorgverlof en calamiteitenverlof. Bij bijzonder verlof moet je denken aan bruiloften, begrafenissen, ziekenhuisbezoeken en examens. Bovenwettelijk verlof wordt op afspraak tussen werkgever en werknemer in het arbeidscontract vastgelegd.

Bij wettelijke verlofdagen staat vast hoeveel dagen je per jaar of per keer (bijv. zwangerschap) vrij krijgt. Om te zien hoeveel bijzonder verlof je krijgt bij bepaalde gebeurtenissen kun je in je cao of contract kijken. Het is niet mogelijk om bijzondere verlofdagen mee te nemen naar volgend jaar; verlof is immers geen vakantie en alleen nodig bij bijzondere gevallen.

Vakantiedagen bijhouden en registeren als werkgever

Als werkgever is verlofregistratie een tijdrovende klus. Elke werknemer heeft immers zijn of haar eigen voorkeur en vraagt op verschillende momenten verlof aan. Of juist allemaal tijdens dezelfde periode, waardoor de bezetting in het geding komt. Daarnaast heb je de taak om werkgevers te attenderen op vakantiedagen die bijna verlopen. Met andere woorden: vakantiedagen en verlof managen is arbeidsintensief.

Om dat proces in één klap makkelijk en overzichtelijk te maken is de software van Werktijden in het leven geroepen. In de mobiele app maak je eenvoudig roosters, zie je alle verlofaanvragen in één oogopslag en krijgen zowel werknemers als werknemers meldingen als het nodig is. Bijvoorbeeld als er iets niet klopt met het aantal gewerkte uren of niet-opgenomen verlof.